<p><strong>Muzikaal erfgoed<br /><br /></strong>Elke donderdagavond ga ik naar Luttelgeest om bij Melodia te spelen. <br />Gelukkig ligt er tussen Apeldoorn en de polder een mooie weg. Na de brug bij Ramspol komt de polder, het is elke keer weer fascinerend als je bedenkt dat dit ooit zee is geweest en na de drooglegging een grote vlakte was zonder huizen, bomen en infrastructuur. Hier lag de uitdaging voor mijn ouders om een nieuw bestaan op te bouwen.Omdat de woningen nog in aanbouw waren, heeft mijn vader eerst in het barakkenkamp in Marknesse gezeten, van hieruit bewerkte hij zijn land. In het weekend ging mijn vader weer naar mijn moeder in Tzummarum. In dit kamp ontstonden de eerste vriendschappen en het is dan ook niet verwonderlijk dat zich hier de latere oprichters van Melodia bevonden. Toen iedereen zijn eigen woning betrokken had en de polder langzaam werd ingericht, ontstond de behoefte aan verenigingswerk. Het waren de vijf Friese tuinders Baarda, Dijkstra, Hibma, Tuinenga en mijn vader Pasma die het idee hadden om een fanfare op te richten. Zo was de oprichting van Melodia in het voorjaar van 1958 een feit.</p><p>Tijdens mijn reis naar Luttelgeest dwalen mijn gedachten af naar vroeger. Ik denk aan die tijd dat ik als klein meisje van 6 jaar mijn eerste bugel kreeg en die Gerke Dijkstra bij ons bracht. Het was een oud gedeukt ding. Mijn vader gaf mij een briefje met daarop mijn eerste noten. Een briefje dat ik koester en wat nog steeds in mijn bezit is. Van het hoofd van de openbare school meester List leerde ik mijn eerste theorie. De eerste muzieklessen op mijn gedeukte bugeltje kreeg ik van dhr Flik. Spoedig mocht ik op de zaterdagmorgen met het jeugdkorps onder leiding van Jan Holtrop meespelen. Hierna kwam het grote werk. Aan de hand van mijn vader mocht ik als meisje van 8 jaar ‘s avonds mee naar de repetities van Melodia, eerst in het gymnastiek lokaal van de Katholiekeschool en daarna in het zaaltje van de Hervormde kerk.“Van in de pauze naar huis”dat kende mijn vader niet. Je bent nu een Melodiaan en die speelt.</p><p>In de verte duikt Marknesse op. Ik vind het nog steeds indrukwekkend, dat uit het niets een plaats opduikt. Spoedig rijd ik door Marknesse en dan volgt een bocht, soms neem ik de afslag naar links die naar de begraafplaats leidt en waar ik dikwijls een kaarsje brand. Ik vervolg mijn weg naar Luttelgeest. Het dorp met zijn kassen die ’s avonds en ’s nachts de hemel doet verlichten als teken waar een klein dorp groot in kan zijn. Ik denk aan Melodia met zijn vele hoogte punten. De mooie voorjaarsconcerten, concoursen, de reizen naar Noorwegen en Denemarken, de musical dorp zonder muziek, de Dorpsrevu gewoon Luttelgeest en de kerstnachtdiensten in Apeldoorn. <br />Ik ben bij de Bosfluiter in Luttelgeest aangekomen, onze oefenruimte sinds 1987. Melodia is een hele fijne club mensen van jong en oud. Waar je altijd jezelf kunt zijn, in goede en minder goede tijden. De Nederlander bestaat dan misschien niet, een Melodiaan bestaat wel! </p><p>Vanavond gaan wij weer oefenen voor ons vijftigjarig jubileumconcert. Aan onze dirigent Hans Jonker de taak om samen met ons er een schitterende uitvoering van te maken op 7 juni. Na een inspannende repetitie en een voldaan gevoel begin ik aan de terugreis. De klanken van die avond spelen nog door mijn hoofd als ik door de bocht in Marknesse rijd. Rechts van mij ligt de weg naar de begraafplaats. Bedankt Mem, Bedankt Heit. Bedankt voor jouw erfgoed, jouw muzikale erfgoed.</p><p>Greetje Kamphuis-Pasma.</p>